- voorspraak
- {{voorspraak}}{{/term}}1 [het voorspreken] intervention 〈v.〉; 〈religie〉 intercession 〈v.〉2 [persoon] défenseur 〈m.〉; 〈religie〉 intercesseur 〈m.〉♦voorbeelden:1 voorspraak van, aan iemand hebben • avoir qn. comme défenseur
Deens-Russisch woordenboek. 2015.